Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

--- openwave:1.33:applicatiebeheer:probleemoplossing:module_overstijgende_schermen:kaart:flexmap_beschrijving [2025/08/05 14:26] – [Flexmap (technische) Beschrijving] Ton Pullens
+++ openwave:1.33:applicatiebeheer:probleemoplossing:module_overstijgende_schermen:kaart:flexmap_beschrijving [2025/10/03 10:28] (huidige) – Kars Gottschal
@@ Regel 1: / Regel 1: @@
 ====== Flexmap (technische) Beschrijving ======
 {{tag>openwave:1.33:applicatiebeheer:functionaliteiten:geo}}
@@ Regel 73: / Regel 74: @@
   * MDMC_tbmilbklkwetsbgebloc.xml
-OpenWave zoekt bij het openen van de kaart eerst naar de waarde van param3 van de Flexmap-aanroep in de tabel tbscreencolumns in de kolom dvscreenfilename (//beheerportaal: tegel Alle schermkolomdefinities//) en als de kolom dvscreenxml gevuld is, dan wordt die (xml-)definitie genomen.\\
+OpenWave zoekt bij het openen van de kaart eerst naar de waarde van param3 van de Flexmap-aanroep in de tabel tbscreencolumns in de kolom dvscreenfilename (//beheerportaal: tegel Alle schermkolomdefinities//) en als de kolom dvscreenxml gevuld is, dan wordt die (xml-)definitie genomen.
 Niet gevonden, of de kolom dvscreenxml is leeg, dan gebruikt OpenWave de default xml-kaartdefinitie, maar dit alleen indien param3 één van de bovenstaande namen heeft.
+===== Foutafvanging =====
-=====Foutafvanging=====
 Indien de kaart wordt aangeroepen op basis van een xml die niet goed in elkaar zit, dan
   * verschijnt een foutmelding linksonder in het scherm
@@ Regel 461: / Regel 460: @@
 </code>
 </adm>
-Het blok <widgetinfo> moet één keer voorkomen.\\
-Het blok <widgetinfo> moet één blok <koptekst> bevatten en elk blok <koptekst> moet bestaan uit één of meer regels die in het attribuut id oplopend genummerd moeten worden. Het sql-statement per regel moet één rij opleveren bestaande uit  één string.\\
+Het blok <widgetinfo> moet één keer voorkomen.
-Het blok widgetinfo moet ook één blok <body> bevatten en elk blok <body> moet bestaan uit één of meer regels die in het attribuut id oplopend genummerd moeten worden. Het sql-statement per regel moet één rij opleveren bestaande uit één string.\\
+Het blok <widgetinfo> moet één blok <koptekst> bevatten en elk blok <koptekst> moet bestaan uit één of meer regels die in het attribuut id oplopend genummerd moeten worden. Het sql-statement per regel moet één rij opleveren bestaande uit  één string.
+Het blok widgetinfo moet ook één blok <body> bevatten en elk blok <body> moet bestaan uit één of meer regels die in het attribuut id oplopend genummerd moeten worden. Het sql-statement per regel moet één rij opleveren bestaande uit één string.
 Op de kaart verschijnt een widget met als titel //Zaakinformatie// met daarin de opgegeven kop- en bodyteksten.
 ===== Blok <basisobjecten> =====
 <adm example voorbeeld basisobjecten>
 <code xml>
@@ Regel 566: / Regel 567: @@
 ===== Blok <openwavelayers> =====
 <adm example voorbeeld openwavelayers>
 <code xml>
@@ Regel 578: / Regel 580: @@
 </code>
 </adm>
 Het blok <openwavelayers> mag één keer vookomen (maar hoeft niet).\\
 het blok <openwavelayers> bestaat uit een of meer tags <layer>.\\
@@ Regel 586: / Regel 589: @@
 Indien een laagnaam is aangevinkt dan zal Openwave de punten, vlakken, lijnen en cirkels tonen van de blokken vlak, lijn, punt en cirkel met een overeenkomstig attribuut layer id (zie verderop). Deze getoonde openwave-lagen bestaan uit data die komen uit de OpenWave database,\\
 ===== Blok <wfslayers> =====
 <adm example voorbeeld wfslayers>
 <code xml>
@@ Regel 621: / Regel 625: @@
 ===== Blok <wmslayers> =====
 <adm example voorbeeld wmslayers>
 <code xml>
@@ Regel 654: / Regel 659: @@
 De objecten van een WMS-laag kunnen in OpenWave geselecteerd worden en die selectie(s) kunnen vervolgens gebruikt worden om bijvoorbeeld een vlak te tekenen.
-=
 ===== Blok <widgetbuttons> =====
 <adm example voorbeeld widgetbuttons>
 <code xml>
@@ Regel 718: / Regel 724: @@
 </code>
 </adm>
-Het blok <actions> mag één keer vookomen (maar hoeft niet).\\
-Indien het blok niet voorkomt dan kan een tekenopdracht niet afgesloten kan worden (het aangewezen of getekende object wordt dan niet opgeslagen) , terwijl de vierde parameter van de Flexmap-aanroep is gevuld.\\
+Het blok <actions> mag één keer vookomen (maar hoeft niet).
-Binnen het blok <actions> mag één keer een blok <actionpoint> en mag één keer een blok <actionlinestring> en mag één keer een blok <actionpolygon> zijn gedefinieerd. In bovenstaand voorbeeld ontbreekt een blok <actionpoint> omdat in de inrichtingstabel alleen een vlak of lijn kan worden opgeslagen.\\
+Indien het blok niet voorkomt dan kan een tekenopdracht niet afgesloten kan worden (het aangewezen of getekende object wordt dan niet opgeslagen) , terwijl de vierde parameter van de Flexmap-aanroep is gevuld.
+Binnen het blok <actions> mag één keer een blok <actionpoint> en mag één keer een blok <actionlinestring> en mag één keer een blok <actionpolygon> zijn gedefinieerd. In bovenstaand voorbeeld ontbreekt een blok <actionpoint> omdat in de inrichtingstabel alleen een vlak of lijn kan worden opgeslagen.
 Binnen een blok  <action><actionpoint> of <action><actionpolygon> of <action><actionlinestring> moet één of meer keer de tag <action> voorkomen. \\
-Elke tag <actionpolygon><action> heeft een attribuut //id// met een integer waarde, die correspondeert met een integerwaarde van het attribuut //action// bij de tag <widgetbuttons><opdrachtpolygon><button>\\
+Elke tag <actionpolygon><action> heeft een attribuut //id// met een integer waarde, die correspondeert met een integerwaarde van het attribuut //action// bij de tag <widgetbuttons><opdrachtpolygon><button>
-Zo ook correspondeert attribuut //id// van <actionlinestring><action> met het attribuut //action// van de tag <widgetbuttons><opdrachtlinestring><button>\\
+Zo ook correspondeert attribuut //id// van <actionlinestring><action> met het attribuut //action// van de tag <widgetbuttons><opdrachtlinestring><button>
 En correspondeert attribuut //id// van <actionpoint><action> met het attribuut //action// van de tag <widgetbuttons><opdrachtpoint><button>\\
 <adm warning Let Op:attribuut id actiontpoint>
 Bij een button om een aangewezen punt op te slaan in twee kolommen (dat is meestal het geval in OpenWave: een x-kolom en een y-kolom zoals bijv het centrale punt van een stal) heeft het attibuut //action//  twee verwijzingen achter elkaar gescheiden door een komma bijvoorbeeld:
 <code xml>
 <button id="1" hint="Wijzigingen opslaan" icoon="177" action="1,2">true</button>
@@ Regel 741: / Regel 749: @@
 </actionpoint>
 </code>
 </adm>
-De waarde van de tag <action> moet de aanroep van een OpenWave-action zijn met de juiste parameters (zie ook: [[..:..:..:instellen_inrichten:actions|]])\\
+De waarde van de tag <action> moet de aanroep van een OpenWave-action zijn met de juiste parameters (zie ook: [[..:..:..:instellen_inrichten:actions|]])
 Voor het opslaan van een aangewezen of getekend object moet //setcolumnvalue// worden aangeroepen met de volgende parameters:\\
   * de eerste parameter is de tabelnaam waarin het gegeven moet worden opgelagen.
@@ Regel 766: / Regel 775: @@
 ===== Blok <punten> (OpenWave kaartlagen)=====
 Het blok <punten> mag hooguit één keer voorkomen (maar hoeft niet).\\
-Binnen het blok <punten> bestaan één of meer blokken <punt> met een attribuut //id//  waarvan de integerwaarde verwijst naar de attribuuten //id// achter de tag <layer> in het blok <openwavelayers>. Indien die layer-id de waarde 3 heeft (en aangevinkt is) dan wordt de tags <punt> met id-waarde 3 getoond. \\
+Binnen het blok <punten> bestaan één of meer blokken <punt> met een attribuut //id//  waarvan de integerwaarde verwijst naar de attribuuten //id// achter de tag <layer> in het blok <openwavelayers>. Indien die layer-id de waarde 3 heeft (en aangevinkt is) dan wordt de tags <punt> met id-waarde 3 getoond.
 Binnen een blok <punten><punt> moet één tag <resultset> zijn gedefinieerd met als waarde een sqlstatement dat na evaluatie één rij met de kolommen dvcolorname, dvdescription en dvpos bevat (zie hierboven bij <basisobject type=“point”>)\\
@@ Regel 789: / Regel 799: @@
 De evaluatie van de tag <resultset> mag null zijn: in dat geval wordt het betreffende point NIET geprojecteerd.\\
-===== Blok <lijnen> (OpenWave kaartlagen)=====
+===== Blok <lijnen> (OpenWave kaartlagen) =====
-Het blok <lijnen> mag hooguit één keer voorkomen (maar hoeft niet).\\
-Binnen het blok <lijnen> bestaan één of meer blokken <lijn> met een attribuut //id//  waarvan de integerwaarde verwijst naar de attribuuten //id// achter de tag <layer> in het blok <openwavelayers>. Indien die layer-id de waarde 3 heeft (en aangevinkt is) dan wordt de tags <lijn> met id-waarde 3 getoond. \\
+Het blok <lijnen> mag hooguit één keer voorkomen (maar hoeft niet).
+Binnen het blok <lijnen> bestaan één of meer blokken <lijn> met een attribuut //id//  waarvan de integerwaarde verwijst naar de attribuuten //id// achter de tag <layer> in het blok <openwavelayers>. Indien die layer-id de waarde 3 heeft (en aangevinkt is) dan wordt de tags <lijn> met id-waarde 3 getoond.
 Binnen een blok <lijnen><lijn> moet één tag <resultset> zijn gedefinieerd met als waarde een sqlstatement dat na evaluatie één rij met de kolommen dvstrokecolorname, dvdescription en dvposlist en dfopacity bevat (zie hierboven bij <basisobject type=“linestring”>)\\
@@ Regel 808: / Regel 819: @@
 </code>
 </adm>
 De evaluatie van de tag <resultset> mag null zijn: in dat geval wordt de betreffende linestring NIET geprojecteerd.\\
 ===== Blok <vlakken> (OpenWave kaartlagen)=====
 Het blok <vlakken> mag hooguit één keer voorkomen (maar hoeft niet).\\
-Binnen het blok <vlakken> bestaan één of meer blokken <vlak> met een attribuut //id//  waarvan de integerwaarde verwijst naar de attribuuten //id// achter de tag <layer> in het blok <openwavelayers>. Indien die layer-id de waarde 3 heeft (en aangevinkt is) dan wordt de tags <vlak> met id-waarde 3 getoond. \\
+Binnen het blok <vlakken> bestaan één of meer blokken <vlak> met een attribuut //id//  waarvan de integerwaarde verwijst naar de attribuuten //id// achter de tag <layer> in het blok <openwavelayers>. Indien die layer-id de waarde 3 heeft (en aangevinkt is) dan wordt de tags <vlak> met id-waarde 3 getoond.
 Binnen een blok <vlakken><vlak> moet één tag <resultset> zijn gedefinieerd met als waarde een sqlstatement dat na evaluatie één rij met de kolommen dvfillcolorname, dvstrokecolorname, dvdescription en dvposlist en dfopacity (zie hierboven bij <basisobject type = “polygon”>)
@@ Regel 836: / Regel 848: @@
 De evaluatie van de tag <resultset> mag null zijn: in dat geval wordt de betreffende polygon NIET geprojecteerd.\\
-===== Blok <cirkels> (OpenWave kaartlagen)=====
+===== Blok <cirkels> (OpenWave kaartlagen) =====
 Het blok <cirkels> mag hooguit één keer voorkomen (maar hoeft niet).\\
-Binnen het blok <cirkels> bestaan één of meer blokken <cirkel> met een attribuut //id//  waarvan de integerwaarde verwijst naar de attribuuten //id// achter de tag <layer> in het blok <openwavelayers>. Indien die layer-id de waarde 4 heeft (en aangevinkt is) dan wordt de tags <cirkel> met id-waarde 4 getoond. \\
+Binnen het blok <cirkels> bestaan één of meer blokken <cirkel> met een attribuut //id//  waarvan de integerwaarde verwijst naar de attribuuten //id// achter de tag <layer> in het blok <openwavelayers>. Indien die layer-id de waarde 4 heeft (en aangevinkt is) dan wordt de tags <cirkel> met id-waarde 4 getoond.
 Binnen een blok <cirkels><cirkel> moet één tag <resultset> zijn gedefinieerd met als waarde een sqlstatement dat na evaluatie één rij met de kolommen dvfillcolorname, dvstrokecolorname, dvdescription, dvpos, dfradius en dfopacity retourbeert (zie hierboven bij <basisobjecten>).\\
@@ Regel 863: / Regel 876: @@
 </code>
 </adm>
 De evaluatie van de tag <resultset> mag null zijn: in dat geval wordt de betreffende cirkel NIET geprojecteerd.\\
 ===== Controle geëvalueerde MDMC_*.xml =====
-Als de instelling //Sectie: Flexmap en Item: opslaanXML// is aangevinkt en er zijn geen fouten opgetreden dan wordt de geëvalueerde versie van de MDMC_*.xml (dus waarin alle SQL-statements zijn geëvalueerd) opgeslagen op de tempmap //TussenMapUploadFiles// die te benaderen is in het beheerportaal: servicecentrum, tegel: Up- en downloadmappen.\\
-Bijvoorbeeld onder de naam //5abd522941f1484ba9669e669c77d6c4_MDMC_tbperceeladressen.xml//\\
+Als de instelling //Sectie: Flexmap en Item: opslaanXML// is aangevinkt en er zijn geen fouten opgetreden dan wordt de geëvalueerde versie van de MDMC_*.xml (dus waarin alle SQL-statements zijn geëvalueerd) opgeslagen op de tempmap //TussenMapUploadFiles// die te benaderen is in het beheerportaal: servicecentrum, tegel: Up- en downloadmappen.
+Bijvoorbeeld onder de naam //5abd522941f1484ba9669e669c77d6c4_MDMC_tbperceeladressen.xml//
 Dit is uiteindelijk de xml die OpenWave gebruikt om alle geo-informatie te tonen. Daarin is de oorspronkelijke xml uitgebreid met de namespace //<nowiki>xmlns:gml="http://www.opengis.net/gml"</nowiki>//.