SWF Verwerking Inkomende Actieverzoeken

Vanuit de tegel op het operationsportaal of vanuit de taskscheduler.

Dat is afhankelijk of er vanuit de taskscheduler gewerkt wordt of handmatig vanuit de tegel in operationsportaal

• A. Indien handmatig en de gebruiker (beheerder) is lid van compartiment dan:
  • alle opgesomde OIN-nummers (gescheiden door puntkomma) in de kolom dvswfoinzender van het betreffende compartiment (mits niet vervallen). Bij elk OIN-nummer wordt de dnkey van het betreffende compartiment opgeslagen en de waarde van de kolom dlswfactieverzoeknwezaak (indien T dan moet voor elk actieverzoek voor dat compartiment een nieuwe zaak aangemaakt worden)
• B. Indien handmatig en de gebruiker (beheerder) is GEEN lid van compartiment dan:
  • a. Het OIN-nummer van de kolom Tekst van instelling Sectie: SWF en Item: OINvanZender (de host) Bij het OIN-nummer wordt het aanvinkvakje van de instelling Sectie: SWF en Item: Actieverzoeknwezaak (indien T dan moet voor elk actieverzoek voor dat OIN-nummer een nieuwe zaak aangemaakt worden)
  • b. De OIN-nummers van de kolom Info van instelling Sectie: SWF en Item: OINvanZender gescheiden door een puntkomma. Bij elk OIN-nummer wordt het aanvinkvakje van de instelling Sectie: SWF en Item: Actieverzoeknwezaak (indien T dan moet voor elk actieverzoek voor dat OIN-nummer een nieuwe zaak aangemaakt worden). Dit zijn de extra hosts in geval van een samenwerkingsverband zoals de BEL-combinatie.
• C. Indien NIET handmatig (dus door de taskscheduler) dan
  • a. De OIN-nummers zoals hierboven bij B
  • b. EN de OIN-nummers zoals hierboven bij A, maar dan voor alle – niet vervallen - compartimenten

Tevens vindt vooraf een controle plaats op het gevuld zijn van Getal2 bij de instelling Sectie: Koppeling ZAAK Item: DummyLokatiePerceelkey : die moet verwijzen naar een dnkey van een zgn. onbekend perceeladres.
Bij het handmatig starten en de gebruiker (beheerder) is lid van een compartiment dan wordt een bestaande DummyLokatiePerceelkey verwacht in de kolom tbcompartiment.dnkeyswfdummyadres van het betreffende compartiment.

Indien:

• het OIN NIET behoort tot een compartiment dan wordt het zaaktype bepaalt door in tbsoortomgverg een unieke niet vervallen kaart op te zoeken met
  • de eigenschap is zaaktype voor inkomende actieverzoeken aangevinkt (dlswfactieverzoek = T)
  • EN de eigenschap is exclusief voor compartiment NIET aangevinkt (dlw055 = F)
• het OIN WEL behoort tot een compartiment dan wordt het zaaktype bepaalt door in tbsoortomgverg een unieke niet vervallen kaart op te zoeken met
  • de eigenschap is zaaktype voor inkomende actieverzoeken aangevinkt (dlswfactieverzoek = T)
  • EN waarbij dit zaaktype is toegevoegd aan het betreffende compartiment (tbkopcomsrtomgverg)

Als het OIN behoort tot een compartiment mag de eigenschap is exclusief voor compartiment zowel uitgevinkt als aangevinkt zijn. Indien uitgevinkt (dlw055 = F) dan betekent dat, dat het betreffende zaaktype zowel door de host als door alle compartimenten wordt gebruikt. Indien aangevinkt dan is het zaaktype exclusief voor één compartiment.

Is er geen unieke zaaktypekaart aan te wijzen door verkeerde instellingen, dan wordt een melding gemaakt in Tboperationslog en wordt verder gegaan met het volgende OIN.

Indien het OIN behoort tot een compartiment dan wordt het perceeladres opgehaald uit de keyverwijzing in de kolom tbcompartiment.dnkeyswfdummyadres van het betreffende compartiment.
Anders (het OIN is geen compartiment of het gevonden perceeladreskey bestaat niet) dan wordt de waarde van Getal2 van de instelling Sectie: Koppeling ZAAK Item: DummyLokatiePerceelkey gebruikt (het bestaan hiervan is al onder 1 gecheckt).

Voor elk OIN wordt de SWF-api aangeroepen voor inkomende, openstaande actieverzoeken. Aanroep en resultaat worden gelogd in tbmessagelog.

Per OIN kunnen meerdere actieverzoeken geretourneerd worden door de SWF-API.
Per actieverzoek wordt de identifier daarvan opgezocht in de tabel tbswfactieverzoeken. Indien deze bestaat (kan meerder keren voorkomen, omdat de bijbehorende SWF-ruimte meerdere keren kan voorkomen) met de eigenschap dluitgaand = “F” (dus het verzoek bestaat reeds als inkomend actieverzoek) dan wordt bericht, titel en status gesynchroniseerd met het SWF en hoeft het verzoek verder niet behandeld te worden.
Indien het actieverzoek nog niet bestaat als inkomend bericht dan wordt deze of toegevoegd aan de bijbehorende SWF-ruimtekaart in tbswfruimte (indien deze bestaat) of wordt er een nieuwe SWF-ruimtekaart in OpenWave aangemaakt.

Indien het gaat om een actieverzoek voor een compartiment dan bepaalt de waarde van de kolom dlswfactieverzoeknwezaak van dat compartiment of er altijd een nieuwe SWF-ruimtekaart bij een nieuwe omgevingzaak moet worden aangemaakt.
Indien het gaat om een actieverzoek voor de host dan wordt dit bepaald door het aanvinkvakje van de instelling Sectie: SWF en dvitem = Actieverzoeknwezaak.

Met deze instellingen aangevinkt leidt een tweede inkomend actieverzoek onder eenzelfde SWF-ruimte tot twee omgevingszaken in OpenWave, die elk dezelfde SWF-ruimte hebben (dus twee kaarten in tbswfruimte met verschillende dnkeys en verschillende dnkeyomgvergunningen, maar met dezelfde dvsamenwerkingid (de identifier van de ruimte in het SWF).

De nieuwe ruimte en nieuwe omgevingzaak worden in OpenWave - ongeacht deze instellingen - sowieso aangemaakt indien de ruimte nog niet bestaat (in het inkomende actieverzoek staat de SWF-ruimte-identifier).

Wanneer een nieuwe ruimte moet worden aangemaakt wordt allereerst een nieuwe omgevingzaak aangemaakt met het onder ad 2 gevonden zaaktype en het onder ad 2 gevonden perceeladres.
Het bevoegd gezag (dnkeyoinbevgez) wordt gevuld door de dnkey uit TbOIN waarvoor geld dat dvoin gelijk is aan de OIN van de loop EN waarvoor geldt dat de kolom dlisbevoegdgezag aangevinkt is. De behandeldienst (dnkeyoinuitvinst) wordt gevuld door de dnkey uit TbOIN waarvoor geld dat dvoin gelijk is aan de OIN van de loop EN waarvoor geldt dat de kolom dlisbehandeldienst aangevinkt is.

De aanvraagnaam wordt bepaald door ‘SWF' + de titel van het actieverzoek.

Indien een nieuwe omgevingzaak is aangemaakt moet ook in tbswfruimte een nieuwe kaart aangemaakt worden. Op grond van de SWF-ruimte-identifier uit het inkomende actieverzoek wordt SWF-API aangeroepen om de gegevens van die SWF-ruimte op te halen. Aanroep en resultaat worden gelogd in tbmessagelog. Bij de attributen van die SWF-ruimte kan een DSO verzoeknummer zitten (zie ad 9).

Bij de nieuwe SWF-ruimte in OpenWave worden ook de ketenpartners bij die ruimte opgehaald in tbswfoinpartners. Op grond van de SWF-ruimte-identifier wordt SWF-API aangeroepen om de ketenpartners bij die SWF-ruimte op te halen. Aanroep en resultaat worden gelogd in tbmessagelog. De partner met het privilege INITIATOR wordt daarbij genegeerd.
De ketenpartners worden geregistreerd met een keyverwijzing naar de OpenWave-tabel tboin. Zo nodig worden ketenpartners hieraan automatisch toegevoegd.

Op grond van de projectlocatie uit het DSO verzoek.xml wordt opnieuw de locatie in tbperceeladressen gezocht. Alleen indien dit leidt tot een nieuw adres BINNEN dezelfde gemeente, wordt het perceeladres aangepast.

Voor de contactpersoon uit de verzoek.xml wordt de rol opgezocht in de beheertabel tbadressoort met het attribuut dlswfrolorigincontactpers aangevinkt. Als deze rol niet gevonden kan worden, dan wordt er geen contactpersoon overgenomen.

Voor de aanvrager/initiatiefnemer wordt de rol opgezocht in de beheertabel tbadressoort met het attribuut dlswfroloriginaanvrager aangevinkt. Als deze rol niet gevonden kan worden, dan wordt er geen aanvrager overgenomen uit de verzoek.xml.

Voor de gemachtigde wordt de rol opgezocht in de beheertabel tbadressoort met het attribuut dlswfrolorigingemachtigde aangevinkt. Als deze rol niet gevonden kan worden, dan wordt er geen gemachtigde overgenomen uit de verzoek.xml.

De activiteiten, vragen en antwoorden worden overgenomen maar NIET de gevraagde bijlages.

De projectlocatie wordt overgenomen in tbzaakkadpec. Het attribuut dlhoofprojectlocatie krijgt de waarde 'T'.