openwave:1.30:applicatiebeheer:instellen_inrichten:singlesignon

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisie Vorige revisie
openwave:1.30:applicatiebeheer:instellen_inrichten:singlesignon [2024/05/02 15:14] – [Toelichting bij instellen van EndpointToken] Arjan Kouwenhovenopenwave:1.30:applicatiebeheer:instellen_inrichten:singlesignon [2024/05/21 12:18] (huidige) Lonneke van Dijk
Regel 44: Regel 44:
 Het aanvinkvakje bij instelling //Item: EndpointAuthorize// dient om inloggen via Single Sign-On aan dan wel uit te zetten. In hetzelfde configuratie item kan bij kolom //Tekst// de endpoint URL worden opgegeven. Het aanvinkvakje bij instelling //Item: EndpointAuthorize// dient om inloggen via Single Sign-On aan dan wel uit te zetten. In hetzelfde configuratie item kan bij kolom //Tekst// de endpoint URL worden opgegeven.
  
-Indien de //Tekst// kolom van het configuratie item: //EndpointWellKnown// is gevuld met een url dan kan het tekstveld van //EndpointAuthorize// leeg gelaten worden. In dat geval wordt de //EndpointAuthorize// url uit het Well Known configuratie document van de Azure gehaald die gekoppeld is aan de //EndpointWellKnown// url.+Indien de //Tekst// kolom van het configuratie item: //EndpointWellKnown// is gevuld met een url dan kan het tekstveld van //EndpointAuthorize// leeg gelaten worden. In dat geval wordt de //EndpointAuthorize// URL uit het Well Known configuratie document van de Azure gehaald die gekoppeld is aan de //EndpointWellKnown// URL.
  
 De endpoint URL is een link naar de SSO server waarop ingelogd kan worden door de gebruiker. Deze URL moet naast het endpoint extra gegevens bevatten waarmee de autorisatieserver op de juiste manier aangeroepen kan worden. Hierdoor weet de autorisatieserver dat het met de juiste instantie/gebruiker te maken heeft. Deze gegevens kunnen in de vorm van een JSON worden meegegeven bij kolom //Info//. De endpoint URL is een link naar de SSO server waarop ingelogd kan worden door de gebruiker. Deze URL moet naast het endpoint extra gegevens bevatten waarmee de autorisatieserver op de juiste manier aangeroepen kan worden. Hierdoor weet de autorisatieserver dat het met de juiste instantie/gebruiker te maken heeft. Deze gegevens kunnen in de vorm van een JSON worden meegegeven bij kolom //Info//.
Regel 101: Regel 101:
 In kolom //Tekst// van configuratie item: //EndpointToken// kan de endpoint URL worden opgegeven om de JWT token op te vragen. In de eerste stap van het inlogproces geeft de autorisatieserver een code terug. Met deze code en enkele andere gegevens kan een toegangstoken worden opgevraagd bij de endpoint URL die gespecificeerd is bij //EndpointToken// In kolom //Tekst// van configuratie item: //EndpointToken// kan de endpoint URL worden opgegeven om de JWT token op te vragen. In de eerste stap van het inlogproces geeft de autorisatieserver een code terug. Met deze code en enkele andere gegevens kan een toegangstoken worden opgevraagd bij de endpoint URL die gespecificeerd is bij //EndpointToken//
  
-Indien de Tekst kolom van het configuratie item: //EndpointWellKnown// is gevuld met een url dan kan het tekstveld van //EndpointToken// leeg gelaten worden. In dat geval wordt de //EndpointToken// url uit het Well Known configuratie document van de Azure gehaald die gekoppeld is aan de //EndpointWellKnown// url.+Indien de Tekst kolom van het configuratie item: //EndpointWellKnown// is gevuld met een URL dan kan het tekstveld van //EndpointToken// leeg gelaten worden. In dat geval wordt de //EndpointToken// URL uit het Well Known configuratie document van de Azure gehaald die gekoppeld is aan de //EndpointWellKnown// URL.
  
 In //Getal1// van dit item kan het versienummer van de SSO server worden opgegeven. Sommige servers waaronder Microsoft ADFS 2016 servers werken met versie 1 tokens. De versie 1 tokens zijn anders opgebouwd dan versie 2 tokens en moeten daarom op een andere manier worden gevalideerd. In //Getal1// van dit item kan het versienummer van de SSO server worden opgegeven. Sommige servers waaronder Microsoft ADFS 2016 servers werken met versie 1 tokens. De versie 1 tokens zijn anders opgebouwd dan versie 2 tokens en moeten daarom op een andere manier worden gevalideerd.
  • openwave/1.30/applicatiebeheer/instellen_inrichten/singlesignon.1714655680.txt.gz
  • Laatst gewijzigd: 2024/05/02 15:14
  • door Arjan Kouwenhoven