openwave:1.30:applicatiebeheer:instellen_inrichten:portaldefinitie:portalnaam

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisie Vorige revisie
Volgende revisie		 Vorige revisie
openwave:1.30:applicatiebeheer:instellen_inrichten:portaldefinitie:portalnaam [2024/01/08 11:43] – Kars Gottschalopenwave:1.30:applicatiebeheer:instellen_inrichten:portaldefinitie:portalnaam [2024/06/19 10:29] (huidige) – Ton Pullens
Regel 1: Regel 1:
 ====== Portalnaam ====== ====== Portalnaam ======
 +{{tag>openwave:1.30:applicatiebeheer:functionaliteiten:applicatiebouw}}
 Screenidentifiers: MDLC_getPortalNamesList.xml en MDDC_getPortalNamesDetail.xml Screenidentifiers: MDLC_getPortalNamesList.xml en MDDC_getPortalNamesDetail.xml
  
Regel 45: Regel 45:
   * **Sidebar Label van element** onder groep. Hier kan in SQL het gewenste label opgegeven worden voor een specifiek element uit de sidebargroep bijvoorbeeld voor een specifieke omgevingszaak. In de SQL kan met {id} een variabele worden gebruikt die het programma dynamisch vervangt met de dnkey van de hoofdtabel van het aangeroepen portal. De SQL mag geen puntkomma's bevatten en moet beginnen met 'select' en de result set moet bestaan uit één kolom en één rij. Voorbeeld: //select dvzaakcode | | ' ' | | dvaanvraagnaam from vwfrmomgvergunningen where dnkeyomgvergunning = {id}//. Als de query geen resultaat geeft (het veld uit de select is leeg bv) dan geeft de sidebar de naam van de betreffende module, plus het zaaknummer.   * **Sidebar Label van element** onder groep. Hier kan in SQL het gewenste label opgegeven worden voor een specifiek element uit de sidebargroep bijvoorbeeld voor een specifieke omgevingszaak. In de SQL kan met {id} een variabele worden gebruikt die het programma dynamisch vervangt met de dnkey van de hoofdtabel van het aangeroepen portal. De SQL mag geen puntkomma's bevatten en moet beginnen met 'select' en de result set moet bestaan uit één kolom en één rij. Voorbeeld: //select dvzaakcode | | ' ' | | dvaanvraagnaam from vwfrmomgvergunningen where dnkeyomgvergunning = {id}//. Als de query geen resultaat geeft (het veld uit de select is leeg bv) dan geeft de sidebar de naam van de betreffende module, plus het zaaknummer.
   * **Sidebar Hint van element** onder groep. Hier kan in SQL de gewenste hint opgegeven worden voor een specifiek element uit de sidebargroep bijvoorbeeld voor een specifieke omgevingszaak. In de SQL kan met {id} een variabele worden gebruikt die het programma dynamisch vervangt met de dnkey van de hoofdtabel van het aangeroepen portal. De sql mag geen puntkomma's bevatten en moet beginnen met 'select' en de result set moet bestaan uit één kolom en één rij.   * **Sidebar Hint van element** onder groep. Hier kan in SQL de gewenste hint opgegeven worden voor een specifiek element uit de sidebargroep bijvoorbeeld voor een specifieke omgevingszaak. In de SQL kan met {id} een variabele worden gebruikt die het programma dynamisch vervangt met de dnkey van de hoofdtabel van het aangeroepen portal. De sql mag geen puntkomma's bevatten en moet beginnen met 'select' en de result set moet bestaan uit één kolom en één rij.
-  * **Kopteksten Koptekst 1**. Hier kan in SQL de koptekst 1 opgegeven worden die in het portaalscherm als bovenste koptekstregel te zien zal zijn. In de SQL kan met {id} een variabele worden gebruikt die het programma dynamisch vervangt met de dnkey van de hoofdtabel van het aangeroepen portal. De SQL mag geen puntkomma's bevatten en moet beginnen met 'select' en de result set moet bestaan uit één kolom en één rij. Let op: het programma zal alleen kijken naar deze koptekst indien portaal headertype waarde 2 heeft voor dit portaal. Indien deze niet waarde 2 heeft (maar dus waarde 1) dan zal het programma kijken naar de standaard gedefinieerde kopteksten ipv de hier gedefinieerde koptekst 1. +  * **Kopteksten Koptekst 1**. Hier kan in SQL de koptekst 1 opgegeven worden die in het portaalscherm als bovenste koptekstregel te zien zal zijn. In de SQL kan met {id} een variabele worden gebruikt die het programma dynamisch vervangt met de dnkey van de hoofdtabel van het aangeroepen portal. De SQL mag geen puntkomma's bevatten en moet beginnen met 'select' en de result set moet bestaan uit één kolom en één rij. Let op: het programma zal alleen kijken naar deze koptekst indien portaal headertype waarde 2 heeft voor dit portaal. Indien deze niet waarde 2 heeft (maar dus waarde 1) dan zal het programma kijken naar de standaard gedefinieerde kopteksten i.p.v. de hier gedefinieerde koptekst 1. 
   * **Kopteksten Koptekst 2**. Hier kan in SQL de tweede koptekst opgegeven worden die in het portaalscherm als tweede koptekstregel te zien zal zijn. In de SQL kan met {id} een variabele worden gebruikt die het programma dynamisch vervangt met de dnkey van de hoofdtabel van het aangeroepen portal. De SQL mag geen puntkomma's bevatten en moet beginnen met 'select' en de resultset moet bestaan uit één kolom en één rij. Let op: het programma zal alleen kijken naar deze koptekst indien portaal headertype waarde 2 heeft voor dit portaal. Indien deze niet waarde 2 heeft (maar dus waarde 1) dan zal het programma kijken naar de standaard gedefinieerde kopteksten i.p.v. de hier gedefinieerde koptekst 2.    * **Kopteksten Koptekst 2**. Hier kan in SQL de tweede koptekst opgegeven worden die in het portaalscherm als tweede koptekstregel te zien zal zijn. In de SQL kan met {id} een variabele worden gebruikt die het programma dynamisch vervangt met de dnkey van de hoofdtabel van het aangeroepen portal. De SQL mag geen puntkomma's bevatten en moet beginnen met 'select' en de resultset moet bestaan uit één kolom en één rij. Let op: het programma zal alleen kijken naar deze koptekst indien portaal headertype waarde 2 heeft voor dit portaal. Indien deze niet waarde 2 heeft (maar dus waarde 1) dan zal het programma kijken naar de standaard gedefinieerde kopteksten i.p.v. de hier gedefinieerde koptekst 2. 
   * **Kopteksten Koptekst 3**. Hier kan in SQL de derde koptekst opgegeven worden die in het portaalscherm als derde koptekstregel te zien zal zijn. In de SQL kan met {id} een variabele worden gebruikt die het programma dynamisch vervangt met de dnkey van de hoofdtabel van het aangeroepen portal. De SQL mag geen puntkomma's bevatten en moet beginnen met 'select' en de result set moet bestaan uit één kolom en één rij. Let op: het programma zal alleen kijken naar deze koptekst indien portaal headertype waarde 2 heeft voor dit portaal. Indien deze niet waarde 2 heeft (maar dus waarde 1) dan zal het programma kijken naar de standaard gedefinieerde kopteksten i.p.v. de hier gedefinieerde koptekst 3.    * **Kopteksten Koptekst 3**. Hier kan in SQL de derde koptekst opgegeven worden die in het portaalscherm als derde koptekstregel te zien zal zijn. In de SQL kan met {id} een variabele worden gebruikt die het programma dynamisch vervangt met de dnkey van de hoofdtabel van het aangeroepen portal. De SQL mag geen puntkomma's bevatten en moet beginnen met 'select' en de result set moet bestaan uit één kolom en één rij. Let op: het programma zal alleen kijken naar deze koptekst indien portaal headertype waarde 2 heeft voor dit portaal. Indien deze niet waarde 2 heeft (maar dus waarde 1) dan zal het programma kijken naar de standaard gedefinieerde kopteksten i.p.v. de hier gedefinieerde koptekst 3. 
Regel 59: Regel 59:
 {{:openwave:applicatiebeheer:instellen_inrichten:portaldefinitie:2020-11-05_10_42_46-demo2_v.1.19.0.png?600|}} {{:openwave:applicatiebeheer:instellen_inrichten:portaldefinitie:2020-11-05_10_42_46-demo2_v.1.19.0.png?600|}}
  
 +===== Triggers onderaan detailscherm =====
 +  * ** Controleer de kopteksten en sidebat - sql-statements**. Een wizardscherm controleert de syntax van de opegegeven statements.
 +  * ** controleer en toon responsetijd van onderliggende dynamische tegelopschriften **. Met de knop wordt een wizard gestart die de duur per aangeroepen query meet van de tegelopschriften van alle onderliggende tegels. \\ Openwave vraagt alvorens de metingen uit te voeren voor welke inlogger de eventuele substitutie van de variabele  :keyaccount in de queries moet plaatsvinden en ook , indien het om een zaakportaal of inrichtingsportaal gaat, voor welke portalid (is de  primary key – dnkey - van de zaak die de variabele {id} vervangt ) de queries uitgevoerd moeten worden.\\ Indien deze laatste portalid niet wordt opgegeven gebruikt Openwave de niet bestaande dnkey met waarde 0
 +   
  • openwave/1.30/applicatiebeheer/instellen_inrichten/portaldefinitie/portalnaam.1704710625.txt.gz
  • Laatst gewijzigd: 2024/01/08 11:43
  • door Kars Gottschal