Inhoud

2-way encryptie van externe wachtwoorden

Op een aantal plekken in de database van OpenWave zijn externe wachtwoorden opgeslagen die het programma gebruikt voor authenticatie bij berichtenverkeer naar webservices van derden of voor toegang tot een fileshare.

Deze wachtwoorden kunnen nu geëncrypt worden opgeslagen, zodat iemand die toegang heeft tot de database niet direct externe wachtwoorden kan uitlezen. De encryptie moet door OpenWave ongedaan gemaakt kunnen worden, omdat de ongecrypte versie (plain) gebruikt wordt voor authenticatie. Vandaar 2-weg encryptie. 2-weg encryptie werkt altijd met een secret-key die per OpenWave installatie op de webserver wordt opgeslagen in de file wave.ini in de wsas.conf map. Om deze key in te zien of te wijzigen zijn dus systeembeheerrechten op die webserver-machine nodig.

Encryptie methode

Er zijn drie manieren waarop een wachtwoord geëncrypt kan worden:

De methode die OpenWave gebruikt is instelbaar met de waarde van Getal1 van de instelling Sectie: Encryption en Item: Method.

Deze waarde kan zijn: 1 of 2 of 3.

Indien een andere waarde dan 1,2,of 3 is ingevuld of wanneer de instelling niet bestaat, dan is de default encryptiemethode 1.

Indien de encryptie methode:

Doordat het geëncrypte wachtwoord voorafgegaan wordt door de prefix 01_, 02_ of 03_ weet OpenWave hoe het geëncrypte wachtwoord ontsleuteld moet worden. Indien de prefix 01_, 02_ of 03_ ontbreekt dan wordt er uiteraard helemaal niets gedecrypt.

Waarschuwing

LET OP: het wijzigen van de encryptiemethode betekent niet dat bestaande versleutelingen automatisch aangepast worden. De plain-versie van het te crypten wachtwoord zal opnieuw over de bestaande (al of niet gecrypte) versie heen geschreven moeten worden, waarna het programma de ingevoerde waarde encrypt volgens de op dat moment ingestelde methode.

Welke methode wanneer

Extra restricties

De te encrypten wachtwoorden mogen niet langer zijn dan 158 tekens en alleen karakters mogen gebruikt worden van de ASCII-reeks 32 t/m 126 dat zijn: a-z A-Z 0-9 en een spatie en de tekens: !“#$%&'()*+,-./:;⇔?@[\]^_`{|}~ (33stuks).

Foutmeldingen

Voor welke cellen is de 2-way encryptie enabled?

Dit betekent dus, dat wanneer bij onderstaande cellen een nieuwe waarde wordt ingebracht, deze wordt geëncrypt volgens methode 1 of 2 of 3.

Verder kan de encryptiemethode worden aangeroepen vanuit een documentsjabloon. De string <%strEncrypt(:columnname)%> in een sjabloon wordt bij het creëren van een document als volgt geïnterpreteerd. Het programma zal columnname interpreteren als een kolomnaam uit de hoofdtabel van het sjabloon. De waarde van die kolom wordt gecrypt volgens de ingestelde methode en deze gecrypte waarde wordt in het document opgenomen op de betreffende plaats. Voorbeeld: <%strEncrypt(:dnkey)%>.